Unit 46 Guidebook: use separable verbs
KEY PHRASES
Use separable verbs
Ik
weet
niet
hoe
ik
het
uit
moet
leggen
.
I do not know how I should explain it.
Waar
moeten
we
de
vuilnisbak
neerzetten
?
Where do we have to place the trash can?
Zij
gaat
vaak
uit
in
het
weekend
.
She often goes out on the weekend.
Jij
houdt
op
,
terwijl
ik
doorga
.
You stop, while I continue.
Wanneer
kom
je
aan
op
het
vliegveld
?
When do you arrive at the airport?
Ik
kom
aan
om
negen
uur
.
I arrive at nine o'clock.